Programma 5 beleidsopgaven

Adequaat openbaar vervoernetwerk

Inleiding

Door de corona-maatregelen is het aantal reizigers in het openbaar vervoer gedaald. Daarom is het belangrijk het gebruik van openbaar vervoer te ondersteunen met goede (transitie)plannen waarmee robuust openbaar vervoer kan worden gegarandeerd voor de reiziger. We willen namelijk dat publieke mobiliteit (o.a. bus, trein, hubtaxi, deelvervoer) als alternatief voor autoverkeer een belangrijke plaats inneemt. Voor 2024 is ondanks een brede landelijke lobby en een brede steun vanuit de Tweede Kamer (nog) geen landelijke beschikbaarheidsbijdrage toegezegd aan de OV-concessies. Dit betekent voor de begroting van het OV-bureau dat bij ongewijzigd beleid de kosten hetzelfde blijven, maar de baten achterblijven. Daarnaast stijgen door de “Oekraïne-crisis” de exploitatielasten voor het openbaar vervoer erg hard.
Vanaf 2024 wordt door de inzet van een business case, samen met vervoerder Qbuzz, ca. 95% van de busvloot batterij- of waterstof-elektrisch (en dus zero emissie) aangedreven.
De exploitatielasten van de concessie Zwolle-Emmen zijn in 2024 naar verwachting in lijn met de lasten van 2023, waarbij de lasten wel voor inflatie dienen te worden aangepast. Met het Rijk en Overijssel zijn afspraken gemaakt over een bijdrage voor sociale veiligheid, waarmee voor de begroting van 2024 rekening is gehouden. De resterende periode van de huidige concessie is ook gedekt. Voor het verlengingsjaar (2028) en de nieuwe concessie (2028-2043) moeten nog middelen worden gereserveerd voor sociale veiligheid. De hoogte hiervan is mede afhankelijk van het al dan niet continueren van de bijdrage door het Rijk. Samen met Overijssel zijn wij opbrengstverantwoordelijk voor deze treindienst. Omdat de verwachting is dat nog niet alle reizigers in 2024 zijn teruggekeerd, speelt de stijging van exploitatielasten ook hierbij een rol. Met landelijke (Toekomstbeeld OV 2040) en noordelijke agenda’s wordt samen met partners gewerkt aan een robuust openbaar vervoernetwerk, verbonden via goede voorzieningen voor opstap- en overstapplaatsen en met goede aan sluiting op voor- en natransport (stalling, deelfietsen, P+R). Diverse onderzoeken vanuit de MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport)-afspraken naar snellere en veilige nationale en regionale spoorverbindingen lopen inmiddels. Het gaat om de voorbereidingskosten Emmen-Rheine, de Noordelijke OV-agenda, de Nedersaksenlijn, en in landelijk verband om bijdragen in studies rond het versterken van de verbindingen met het Noorden met de Randstad (in totaal € 300.000,--). In 2024 willen we komen tot een definitief go/no-go-moment met alle partners over Emmen-Rheine; tevens willen we in 2024 op het vlak van de Nedersaksenlijn samen met de buurprovincies, de betrokken NSL-gemeenten en het Rijk het MIRT-onderzoek Nedersaksenlijn opleveren.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Doelstelling 5.04.01 Adequaat openbaar vervoernetwerk

Werken aan een beter mobiliteitssysteem in Drenthe; een toegankelijk netwerk openbaar vervoer dat bestaat uit hoogwaardig OV (trein, Qliner en Q-link), een basisnet met stads- en streeklijnen en een aanvullend net met scholierenlijnen en de hubtaxi.

Ontwikkeling en beheer openbaar vervoer:

  • Toezien op een goede uitvoering van de bus concessies via het OV Bureau Groningen Drenthe en van de regionale treindienst Zwolle-Emmen in samenwerking met de provincie Overijssel.
  • Versterken van het basisnetwerk (minimale bediening ieder half uur van 7.00 tot 24.00 uur) tussen de hubs.
  • Toegankelijkheid van het openbaar vervoer agenderen en waar mogelijk verbeteren door middel van werk-met-werk bij groot onderhoud aan bijvoorbeeld haltes.

Bus

  • Drentse bijdrage aan de exploitatie van de bus concessie Groningen Drenthe
  • Verdere verduurzaming van de openbaar vervoerbussen in Drenthe, zodat in 2030 alle bussen zero-emissie zijn.

Trein

  • Drentse bijdrage aan de exploitatie van de treinconcessie Vechtdallijnen /Blauwnet Zwolle – Emmen.
  • Versnelling van de treindienst tussen het Noorden en de Randstad, waarbij de voorkeur uitgaat naar de verbindingen over bestaand spoor.
  • Onderzoek naar de Nedersaksenlijn, samen met het Rijk, de provincies Groningen en Overijssel en de aanliggende gemeenten
  • Onderzoek naar de realisatie van de treindienst Emmen – Coevorden –Nordhorn - Rheine

Welke feiten en cijfers zijn er?

Verplichte beleidsindicatoren volgens het BBV
Via het Besluit Begroting en Verantwoording is vastgelegd, dat alle provincies vanaf de begroting 2018 indicatoren in de begroting moeten vermelden. Deze indicatoren zijn in IPO-verband opgesteld en vastgesteld door het ministerie van BZK. De achterliggende gegevens zijn te vinden via de website
van het IPO. Daar is ook vergelijkingsmateriaal met andere provincies te vinden en de definitie die
wordt gehanteerd voor de betreffende indicator.

Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Indicator: Waardering openbaar vervoer

Waardering openbaar vervoer Drenthe

2018

2019

2021

2022

2023

'Rapportcijfer' openbaar vervoer

7,6

7,7

8,1

7,9

7,8

Bron: OV-klantenbarometer CROW
Definitie: Dit betreft het gemiddelde waarderingscijfer (algemene oordeel) voor het regionaal openbaar vervoer. Dit cijfer is gebaseerd op de OV-Klantenbarometer: een jaarlijks terugkerend onderzoek naar de mening van reizigers in het stads- en streekvervoer. De weergegeven cijfers hebben betrekking op de vervoersgebieden waarvoor de provincie de concessie heeft afgegeven.
Vanwege de coronapandemie zijn er over 2020 geen resultaten van de OV-klantenbarometer.

Instroom zero-emissie bussen OV-bureau Groningen Drenthe

Op basis van de eerste vier maanden van 2024 is een voorzichtig positief beeld te zien van het gebruik van de bus in Groningen en Drenthe, met een toename van meer dan 15% reizigerskilometers ten opzichte van 2022. Daarnaast is ook rituitval gedaald tot bijna het gewenste niveau, onder andere door afnemend ziekteverzuim en werving van nieuwe chauffeurs. Vanaf september 2024 stromen ook de eerste nieuwe gele elektrische bussen in voor de concessie Groningen Drenthe, wat ervoor zorgt dat versneld wordt toegewerkt naar een 100% zero emissie busvloot. Actuele cijfers worden gemonitord in ‘Drenthe in cijfers – openbaar vervoer’.Een positieve uitschieter in het gebruik was het busvervoer van en naar Koningsdag in Emmen.

Met wie werken we samen?

Voor de uitvoering, beheer en ontwikkeling van het openbaar vervoer wordt samengewerkt met Vertegenwoordigers van reizigers (OV-consumentenplatform) gemeenten, provincies (DOVA), het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Deelstaat Niedersachsen, Grafschaft Bentheim, spoorbeheerder ProRail en met vervoerders. 

Wat mag deze beleidsopgave kosten?

5.04 Adequaat openbaar vervoernetwerk

Bestaand beleid 2025

Nieuw beleid 2025

Saldo begroting 2025

Lasten

39.884.392

-683.814

39.200.578

Doelstelling 5.04.01 Adequaat openbaar vervoernetwerk

39.884.392

-683.814

39.200.578

Baten

-2.347.000

-2.347.000

Doelstelling 5.04.01 Adequaat openbaar vervoernetwerk

-2.347.000

-2.347.000

Saldo

37.537.392

-683.814

36.853.578

Toelichting nieuw beleid 2025

Nieuw beleid 2025

2025

B04. Indexering exploitatiebijdrage OV Bureau en Vechtdallijnen

De bijdrage aan het Openbaar Vervoersbureau Groningen-Drenthe wordt op basis van het gemiddelde over 5 jaar van de Landelijke Bijdrage Index (LBI) geïndexeerd.

Per saldo is in de jaren 2024 tot en met 2026 nog sprake van voordelen (afnemend van € 753.000,-- in 2024 tot € 436.000,-- in 2026), omdat in tegenstelling tot de verwachting in 2023 toch geen aanvullende extra financiering vanuit de moederorganisaties nodig is. Daarna is sprake van een nadeel, oplopend van € 310.000,-- in 2027 tot € 600.000,-- in 2028.

Voor deze beleidsopgave betekent dit een daling van de lasten van € 683.814,--

-683.814

Totaal

-683.814

Deze pagina is gebouwd op 10/18/2024 11:42:59 met de export van 10/18/2024 11:36:56