II.4 Financiële positie en toelichting

Omdat de uit de grondwaterheffing geïnde gelden specifiek moeten worden besteed aan de in de Waterwet genoemde doelen, dienen deze op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten te worden opgenomen in een voorziening inzake van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (artikel 44 lid 2 BBV).

Bij de 1e Bestuursrapportage 2016. Dit naar aanleiding van de controle van de Jaarrekening 2015 in verband met gewijzigde interpretatie van het BBV.

De wettelijke taken van de provincie op het gebied van grondwaterbeheer worden gefinancierd met de opbrengst van de grondwaterheffing. De uit de grondwaterheffing voortvloeiende middelen hebben op grond van de Waterwet een specifiek bestedingsdoel en zijn om deze reden niet vrij beschikbaar. Omdat de uit de grondwaterheffing geïnde gelden specifiek moeten worden besteed aan de in de Waterwet genoemde doelen, dienen deze op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten te worden opgenomen in een voorziening inzake van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (artikel 44 lid 2 BBV). Deze middelen kunnen om die reden dan ook niet meer als bestemmingsreserve opgenomen worden en worden met ingang van 1 januari 2016 als voorziening opgenomen.

De opbrengst van de Grondwaterheffing (€ 800.000,--) wordt aan deze voorziening toegevoegd. De even hoog geraamde lasten ten behoeve van regulier onderhoud, onderzoeken, bijdragen aan projecten en vergoeding van inzet van personeel worden ten laste van deze voorziening gebracht.